Wouter Vuijk

Imker forever

SEIZOENER|Lente 2021

Tekst Kitty Peetoom - Beeld Marjo Baas

Honing, en vooral de honingbij, won het in het leven van Wouter Vuijk – na een carrière als  zilversmid en biodynamisch tuinder. Wanneer zijn bijen hem nodig hebben, moet alles daarvoor wijken. ‘De bij beweegt, vliegt van de ene naar de andere bloem. En ze kan ook steken. Het gedrag van een bijenvolk is heel dynamisch en bijzonder boeiend. Als de bloemen bijvoorbeeld even geen honing geven, zet dan je kap maar op. Dan worden ze chagrijnig.’  Scheidend directeur Wouter Vuijk van de Traay Honing/Bee honest cosmetics blikt terug, maar blijft imkeren ‘tot hij neervalt.’ Intussen wordt het stokje overgenomen door Meli, waardoor de krachten gebundeld worden.

Oud-eigenaar en -directeur van de Traay, Wouter Vuijk, woont aan de rand van biologisch boerenland, op een steenworp afstand van het bedrijf waarvan hij na vierenveertig jaar afscheid nam. ’s Morgens vroeg maakt hij altijd eerst even een rondje langs zijn bijenvolken. Ze staan in de winterperiode onder het afdak aan de achterzijde van zijn woning. ‘Een Nederlands bijenvolk produceert dertig tot veertig kilo honing per jaar. In de begintijd had ik driehonderd bijenvolken, dus dat was hard werken. In de laatste periode hield ik nog een stuk of veertig volken.’ Door een brand in een loods bij hem thuis zijn die veertig volken vorig jaar allemaal verloren gegaan. Hij vertelt het stil. ‘Het was een drama, ja.’ Voor een man die zijn bijen ‘kan lezen’, moet dat bijna onverteerbaar zijn. Inmiddels heeft hij van een bevriende imker twaalf nieuwe volken weten te verkrijgen. ‘Dit voorjaar kan ik weer beginnen met imkeren.’ Hij weet precies in welke jaargetijde welke bomen, struiken of bloemen bloeien, en op welke plek. ‘In de lente laat ik ze  foerageren op de fruitbloesem en paardenbloemen in het bio­logisch-agrarische gebied vlak bij mijn huis. In de zomer zet ik ze neer bij de lindebomen en vroege distels in de Oostvaardersplassen. In het najaar mogen ze vliegen op de heide bij Vierhouten.’

Blije bij 
Rudolf Steiner omschreef een bijenvolk, met zijn koningin, werksters en darren, als één organisme, vergelijkbaar met het menselijk lichaam. Zelfs de lichaamstemperatuur is min of meer gelijk. Vuijk: ‘Een honingbij alleen kan niet overleven. Een volk als geheel wel. Alles wat ze doen, hangt nauw met elkaar samen. Ik, als imker, verbind me met het wezen, het karakter, van zo’n heel bijenvolk. Als je die kast opendoet, bruist dat leven op je in’. Hij kan na ruim vijftig jaar imkeren concluderen dat bijen altijd blij zijn, zolang ze honing kunnen halen. ‘Je kunt dan zelfs in je T-shirt werken zonder dat ze je steken.’ Maar als de bloemen even geen honing geven, zet dan je kap maar op. ‘Dan worden ze chagrijnig. Op het moment dat ik de bijenkast open, merk ik dat direct. Ook als er iets mis is met hun koningin worden bijen heel onrustig.’

Winterrisico
Zijn eigen favorieten zijn de lavendelhoning uit de Provence en de heidehoning uit de Pyreneeën. ‘Die zijn beiden redelijk sterk van smaak, maar toch zacht in de mond.’ Hij doet soms een schepje in zijn thee of hij smeert een lik honing op een boterham. Nu, aan het einde van de winterperiode, houdt hij zijn  bijen extra goed in de gaten. ‘In maart-april hebben ze al wel broed, maar er is nog maar weinig honing te vinden in de natuur. Ze kunnen op zo’n moment makkelijker verhongeren. Ik houd daarom van elk volk wat raampjes honing op voorraad. Het overkomt nogal wat imkers dat een bijenvolk sterft terwijl het de hele winter goed is gegaan.’ Trots: ‘Maar ik heb in al die jaren zelden een dood volk gehad.’

Pionieren 
Omdat ze thuis in Hilversum, toen hij jong was, ‘altijd uit de reformzaak aten,’ was het voor de achttienjarige Wouter Vuijk een kleine stap om in zijn studentenkamer een biologisch  winkeltje te beginnen. Hij studeerde zilversmederij in Schoonhoven. Met pretlichtjes in zijn ogen vertelt hij dat hij er zelfs een tijdje een restaurantje bij hield. ‘Want de mensen moesten wel de weg naar mijn winkeltje leren kennen natuurlijk.’ In zijn oude Citroën Deux Chevaux reed hij naar groothandels en winkeliers in Amsterdam om biologische en biodynamische producten te kopen. ‘Een boeiende tijd was dat. We waren allemaal aan het pionieren.’ De honing betrok hij van een imker uit zijn oude woonplaats. ‘Ik vond het imkeren zo interessant dat ik al snel ook een paar bijenvolken regelde. Ik vroeg die imker om het mij te leren. Want ik wist er niets vanaf,’ Vuijk grinnikt bij de herinnering. ‘Hij was not amused dat ik er zomaar aan was begonnen. Het is best ingewikkeld. Maar al doende heb ik het toch geleerd.’ Hij hing de smeedhamer aan de wilgen en besloot het imkeren te gaan combineren met een biodynamische groentetuin in Leersum. Na vijftien jaar maakte hij definitief de keuze. ‘De import van de honing liep gewoon heel goed.’ De Traay verhuisde uiteindelijk naar Lelystad. Door de aanwezigheid van vele biologische boerderijen en natuurgebieden was en is Flevoland een walhalla voor bijen en dus voor imkers. Het bedrijf groeide uit tot de internationale speler die het nu is. ‘Het is een serieus bedrijf geworden. Wie had dat kunnen denken?’

Het koele klimaat van Nederland 
Vanaf het begin kocht en verkocht Vuijk bio-honing uit het  (verre) buitenland. Zeker vanwege de bijzondere smaken, zoals bijvoorbeeld Afrikaanse boshoning of Nieuw-Zeelandse Manuka honing, maar ook omdat Nederland maar een kleine honingopbrengst heeft. ‘Dat komt door het koele klimaat en doordat op deze breedtegraad honderd procent van de bijen gaat zwermen. Waarom weten we niet, maar je bent als imker zeker de helft van je tijd bezig, dat te voorkomen. Ook maken bijen in warmer oorden tweemaal zoveel honing als hier.’  De Traay is nu overgenomen door Meli, maar in de afgelopen vierenveertig jaar lijfde Vuijk zelf eveneens vier collega-bedrijven in. ‘Ook gangbare. Die imkers zijn vaak net zo biologisch bezig als wij, alleen zijn ze niet gecertificeerd. Daardoor verkoopt de Traay nu behalve biologische honing en bd-honing ook gangbare honing.’ Vlak voor de eeuwwisseling kocht Vuijk uit het faillissement van een Duitse collega een aantal machines waarmee hij zijn productie kon vertienvoudigen en zijn werkproces enorm kon verbeteren. ‘Ik heb altijd geredeneerd: je bent gek als je het niet doet. De wereld bestaat uit kansen die voorbijkomen. Je pakt ze of je pakt ze niet. Dat ging in mijn geval soms om enorme risico’s, maar ook om de juiste intuïtie.’ 

Bundeling van expertise
Vuijk is gelukkig met de overname door het Belgische Meli. Er waren geen opvolgers binnen de Traay of in zijn familie. De merknaam en de medewerkers blijven behouden. Het bedrijf blijft in Lelystad gevestigd. ‘Waar de Traay van oudsher meer focust op biologisch, natuurvoedingswinkels en onze Bee honest cosmetics, is Meli meer gericht op de grote klanten in het supermarktsegment. Het is een mooie bundeling van expertise en markten.’ 

Blijven imkeren 
Hij is weliswaar gelukkig met de overname, het is nog niet geheel tot hem doorgedrongen dat hij nu zelf’s morgens niet meer naar de Traay hoeft. ‘Wanneer ik wakker word, denk ik als eerste aan het bedrijf. Na vierenveertig jaar is dat voor mij niet ineens knip, weg.’ Van rust zal in ieder geval nog geen sprake zijn in het leven van Wouter Vuijk. Hij ‘blijft imkeren tot hij omvalt,’ verzekert hij. Met een glimlach: ‘En dat omvallen, dat duurt denk ik nog wel even. Mijn vader had een antiqua­rische boekhandel die hij tot zijn 87e levensjaar bestierde. Dus ik zeg nu ook zeker nog niet dat ik met pensioen ga.’

Aan de wieg van EKO
Wouter Vuijk stond aan de wieg van de EKO-certificering van honing. Biologische imkers moeten zich aan bepaalde regels houden. SKAL controleert daarop. Biologisch gehouden bijen moeten overwinteren op hun eigen honing en antibioticagebruik is verboden. Bijenkasten en hun toebehoren moeten zijn gemaakt van natuurlijke materialen. Consumenten kunnen er zeker van zijn dat biologisch gehouden bijen hun nectar verzamelen in gebieden waar binnen hun maximum vliegbereik van drie kilometer geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Door te kiezen voor biologische honing, stimuleert de consument het beheer van aaneengesloten natuurlijke gebieden met een grote biodiversiteit

Imkerfamilies bundelen hun krachten
In vierenveertig jaar tijd bouwde Wouter Vuijk samen met zeventig medewerkers de Traay uit tot de grootste biologisch gecertificeerde honingverkoper van Nederland, met een productie van tienduizend ton per jaar en levering aan onder meer Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Finland, Noorwegen. Op 4 februari jongstleden werd de Traay overgenomen door zijn Belgische evenknie Meli, zodat de werkwijze, passie en idealen van de Traay en haar oprichter voortgezet kunnen worden.

www.detraay.com

Terug naar Tijdschrift